|
|
|
|
Praten over kunst. Niet gemakkelijk. |
|
|
|
|
|
En toch wil ik hier proberen te antwoorden op enkele veel gestelde vragen die ik krijg tijdens tentoonstellingen of contacten met geïnteresseerden over mijn schilderijen.
Vragen zoals: Waarom schildert u zoiets? Wat betekenen die vreemde figuren op uw schilderijen? Waar haalt u uw inspiratie?
En natuurlijk: Hoelang werkt u nu aan zo’n schilderij? Wat die laatste vraag betreft, zeg ik meestal, dat ik het niet precies weet, dat ik aan meerdere schilderijen tegelijk werk, dat olieverf soms een tijdje moet drogen vooraleer ik verder kan. Dat ik soms gewoon vastloop en niet weet hoe ik verder moet. Dan zet ik het bewuste schilderij een tijdje aan de kant en schilder ik verder aan een ander werk. Als ik buiten portretopdrachten 10 schilderijen op een jaar maak, dan reken ik voorzichtig op één maand voor een schilderij. Dat is niet veel, maar ik ben een perfectionist. Ik kan heel moeilijk stoppen, het kan altijd beter. |
|
|
|
|
|
De volgende vraag is nog moeilijker te beantwoorden. Waarom schilder ik wat ik schilder? |
|
|
|
|
|
Vooreerst wil ik zeggen dat ik geen hoge pet op heb van kunst, die het vooral van de begeleidende uitleg moet hebben. Kunst moet niet te veel uitgelegd worden, want dan wordt de uitleg de kunst. Als te veel woorden nodig zijn om een schilderij te verklaren, dan wordt ofwel de toeschouwer onderschat, ofwel het kunstwerk overschat. De overvloed aan proza is mijns inziens een hinderpaal voor de toeschouwer om het schilderij onbevangen tegemoet te treden en conditioneert het ongedwongen kijken. Want een schilderij is op de eerste plaats een zintuiglijke ervaring, het is vooral kijken, kijken, kijken. Zelfs het benoemen van een titel voor een schilderij is een richting, die je als schilder aan de toeschouwer opdringt en kan een persoonlijke beleving in de weg staan. In het beste geval maken mijn schilderijen iets los bij de toeschouwer en wordt zijn fantasie aan het werk gezet. Ik schilder natuurlijk vanuit mijn eigen innerlijke leefwereld, maar daar heeft de toeschouwer geen boodschap aan (denk aan het credo van de tachtigers). Ideaal is wanneer mijn werken een aanzet kunnen zijn voor een reis in uw eigen leefwereld. Daarom zal mijn uitleg eerder summier zijn. |
|
|
|
|
|
Vooreerst zijn er de PORTRETOPDRACHTEN; |
|
|
|
|
|
Ik werk steeds van foto’s die ik zelf maak of die de opdrachtgever me levert. Daarbij werk ik zo precies mogelijk, waarbij de gelijkenis de voornaamste bekommernis zal zijn. Recent (2007) schilderde ik het portret van de overleden aartsbisschop van de syrisch-ortodoxe kerk in groot ornaat (zie galerie). |
|
|
|
|
|
Vanuit die portretopdrachten is dan de serie “ FACES IN THE CROWD “ ontstaan. |
|
|
|
|
|
Hierin staan kinderen uit de derde wereld centraal. Weer vertrek ik van foto’s , die ik vind in kranten of andere media. De laatste jaren gebruik ik meer en meer foto’s die ikzelf gemaakt heb tijdens reizen in Azië ( Laos – Myanmar – Thailand ) en Afrika ( Zambia – Zimbabwe –Botswana ). Ondanks de vaak miserabele situatie van deze kinderen – zij zijn de eerste slachtoffers van heersende mistoestanden – stralen zij een zekere waardigheid en kracht uit en vermijd ik meelijwekkende beelden. De rest van het schilderij wordt gevuld met fantasiefiguren, die refereren naar zowel negatieve als positieve aspecten van het menselijk bestaan. Hierbij horen voor mij onvermijdelijke vragen als: Wat is de zin van ons bestaan? Wat zit achter de dingen die wij ervaren? Is er maar één waarheid en is er wel een waarheid of een werkelijkheid? Zijn alle verschijnselen in de natuur slechts schaduwen van eeuwige vormen of ideeën (grot van Plato)? Waarom lijkt de wereld zo’n enorme chaos? Daarentegen zie ik in die chaos ook een evenwicht. Alles heeft met elkaar te maken, alles heeft een oorzaak, niets staat op zichzelf. Elke medaille heeft een keerzijde (yin en yang). |
|
|
|
|
|
Als derde thema is er de serie “ FIGURES IN A LANDSCAPE “. |
|
|
|
|
|
Hier ben ik sterk geïnspireerd door de Nederlandse magisch realist Carel Willink. Door monumentale kerkhofbeelden te plaatsen in een idyllisch paradijselijk landschap, wil ik de toeschouwer confronteren met enerzijds de esthetiek - het mooie landschap - en anderzijds de natuur die in gevaar is – kerkhofbeelden.
Ik schilder dus niet vrijblijvend. Mensen een spiegel voorhouden, lijkt mij trouwens één van de functies van kunst. |
|
|
|
|
|
Wat techniek betreft: |
|
|
|
|
|
Ik werk enkel op doek van de beste kwaliteit met professionele verven en uitstekende borstels. Ik ben een estheet en dus speelt het zoeken naar schoonheid een grote rol. Ik zoek harmonie in de chaos. Een schilderij moet technisch kloppen. Hierbij denk ik dan aan compositie, tekening en kleurgebruik en – het moeilijkste – perspectief in kleur. Het schilderij moet in balans zijn en dat is eerder een aanvoelen dan een weten.
Bent u als lezer-toeschouwer voldaan met deze gebrekkige uitleg? Wellicht niet helemaal. Wilt u meer weten, bedenk dan dat slechts één ding echt belangrijk is: kijken, kijken, kijken. |
|
|
|
|
|
Tot slot. |
|
|
|
|
|
Wellicht vat het volgende stukje, dat ik schreef ter gelegenheid van een tentoonstelling in 2005 nog het beste samen wat mij bezielt. |
|
|
|
|
|
Als ik goed luister
Hoor ik kreten in de bomen
En gefluister
Hoor ik de rattenvanger
Schrijlings
In het teken van de vis
Wie leidt wie?
Als ik goed kijk
Zie ik koning eenoog
Dansen met schimmen
Zie ik krijgers en tovenaars
En walkuren, die wachten op ragnarok
De fotograaf is gek geworden
Horror...
Mijn buurman, hoe leeft hij? |
|
|
|
|
|